Ontdek de Albanese Alpen op de High Peaks of the Balkan Trail, een grensoverschrijdende wandeltocht door Albanië, Kosovo en Montenegro. Deze trekking biedt ongerepte berglandschappen, gastvrije bergdorpen en een rijke geschiedenis. Ooit gesloten tijdens het communisme zijn de grenzen nu open waardoor een naadloze ervaring tussen deze diverse landen mogelijk is. De tocht is uitdagend en omvat overnachtingen in guesthouses en een herdershut. Begeleid door een SNP-reisleider en een Engelstalige gids, wordt deze tocht een onvergetelijke ervaring door het hart van de Balkan.
Groepswandelvakantie Balkan Trail 13 dagen
Balkan trail door het hoogste gebergte van de Balkan
- Verblijf bij herders op bergweiden
- Rondleiding Decani-klooster
- Langs de 'Matterhorn van Albanië'
- Albanië, Kosovo en Montenegro
Dag 1
Vlucht naar Tirana. Aansluitend rijden we in circa anderhalf uur naar het noorden (85 kilometer), naar de stad Shkodër. Wellicht hebben we nog even tijd voor een korte klim naar het kasteel Rozafa, waar je uitkijkt over de stad en het gelijknamige meer. De stad heeft de grootste bazaar van het land en is de belangrijkste toegangspoort tot de valleien van de Albanese Alpen. We overnachten in een hotel dicht bij het centrum en dineren in een restaurant in de stad. Shkodër heeft een haast Italiaans aandoende sfeer, waar de bourgeois herenhuizen herinneren aan een rijk verleden.
Dag 2
Vroeg in de ochtend gaan we op pad naar de Albanese Alpen; een lange, maar afwisselende dag wacht ons. Om de ochtendferry over het stuwmeer van Koman te halen moeten we vroeg op pad. Na ruim anderhalf uur rijden bereiken we de ‘haven’ van Koman, die pal achter een stuwdam ligt. We maken een boottocht van circa 2,5 uur over het stuwmeer. Al gauw wordt het meer erg smal en lijkt het met zijn steile wanden op een fjord. Bij de pier van Fiërze stappen we van boord en wachten busjes om ons in circa twee uur diep de bergen in te brengen. Onderweg houden we kort halt voor de lunch. ’s Middags maken we een wandeling langs het kristalheldere, klaterende water van de bergbeek die door de vallei van Valbona stroomt. We wandelen door mooie bossen en langs het Xhemes-meer, waar we een verfrissende duik kunnen nemen. We eindigen bij het gezellige guesthouse in het gehucht Kukaj en zien ’s avonds hoe de ondergaande zon de pieken van de Albanese Alpen in een rode gloed zet. De bergen wachten. Lengte 9 km, wandelduur 3 uur, 400 m stijgen.
Dag 3
Het avontuur begint: we zetten onze eerste schreden op de Peaks of the Balkan-route… De route begint meteen met een lange klim, met uitzicht op de hoogste toppen van de Albanese Alpen, zoals de Jezerca (2694 meter). We klimmen langs weilanden en door bossen. De Perslopit-pas (2039 meter) is het hoogste punt van de dag en ligt onder de berg Kolata (2552 meter), op de grens met Montenegro. Even steken we de grens met Montenegro over en wandelen langs een interessante sneeuwgrot en door een karstlabyrint, voordat we naar Albanië terugkeren. Tijdens de afdaling hebben we uitzicht op de vallei van Çerem en ontmoeten herders. Lengte 14 km, 1400 m stijgen en 950 m dalen, duur 8 uur. Çerem is het laatste gehucht voor Gashi National Park en ligt op bijna 1200 m hoogte. Daarmee is het een van de hoogste permanent bewoonde dorpen van de Albanese Alpen (al wonen er in de winter maar een paar mensen). Elektriciteit komt van een generator en een telefoonverbinding is er niet. Het sanitair in het guesthouse is simpel (twee toiletten met douche) en alle ingrediënten voor het diner en ontbijt komen uit eigen tuin. De gastvrijheid van de bergbewoners maakt het gebrek aan comfort meer dan goed.
Dag 4
Een rustige route brengt ons via de hoogste huizen van Çerem en weilanden tot de grens met Montenegro. Onderweg kunnen we de uitbundige flora bewonderen en hebben we uitzicht op de hoogste berg van Montenegro, Zla Kolata (2534 meter). Met een beetje geluk zien we de steenarend zeilend door de lucht hoog boven de diepe kloven die in het gebergte zijn uitgesleten. De hellingen van het Shkelzen-massief zijn bedekt met bloemenrijke alpenweiden. Onderweg worden we vast uitgenodigd voor een kopje koffie of thee door de herders die we tegenkomen, alvorens we de komvormige en door gletsjers uitgesleten vallei van Doberdol (1750 meter) bereiken. Hier zijn we te gast in een mooi gelegen guesthouse met eenvoudige sanitaire voorzieningen (drie toiletten met douche). Het eten is eenvoudig maar smakelijk. En we krijgen een unieke inkijk in het leven van deze bergvolkeren. Lengte 16 km, 900 m stijgen en 300 m dalen, duur circa 6 uur.
Dag 5
We nemen afscheid van de herders van Doberdol en trekken samen met de pakezels en paarden die onze bagage vervoeren, door de wijde vallei onder de Tromeda / Trekufiri (2366 meter). Deze piek vormt het drielandenpunt van Albanië, Kosovo en Montenegro. We beklimmen de met bosbessen bedekte hellingen die de grens met Kosovo vormen. Voor de eerste keer vangen we een glimp op van Mt. Gjeravica (2656 meter), een indrukwekkend massief van rotsen en alpiene vegetatie, omringd door kleine gletsjermeren. Vanaf de pas kunnen de liefhebbers bij gunstige weersomstandigheden Kosovo's hoogste top beklimmen. Het uitzicht over de Dukagjin-vlakte is adembenemend. Voor we het eindpunt van de wandeling bereiken, kunnen we ons opfrissen in een van de bergmeertjes. Aan het einde van de wandeling wachten jeeps om ons in circa anderhalf uur naar Gjakova te brengen. Deze stad was ooit een rijk handelscentrum met een grote bazaar. Weer in de bewoonde wereld kan het contrast met de bergweiden niet groter zijn, maar we genieten van het comfort van een hotel in het hart van de oude stad. We stijgen en dalen 600 meter. Totale lengte: 14 km, duur circa 5,5 uur (inclusief top: 16 km, 900 m stijgen en dalen, 1 uur extra).
Dag 6
De dag is gewijd aan de onbekende cultuurschatten van Kosovo en biedt een overzicht van de voorbije en huidige situatie van het land. In Gjakova bezoeken we de oude bazaar, de Adumi-moskee en kunnen we een espresso nemen in een oude ‘han’. Vervolgens gaan we op weg naar Prizren (28 kilometer, 40 minuten). Deze oude culturele hoofdstad was de zetel van de Ottomaanse regering. Het kasteel biedt een panoramisch uitzicht op de moskeeën en hamam. In de cafés en op de terrassen kunnen we de oosterse sfeer van de stad proeven. In een Servische enclave ongeveer een uur rijden verderop, bezoeken we een wijnbedrijf, waar we proeven van de uitstekende wijn en waar we lunchen. Het Servische perspectief op Kosovo krijgen we te horen als we het Decani-klooster bezoeken. Daar vertelt een monnik ons over de dertiende-eeuwse kerk die op wonderbaarlijke wijze alle conflicten en oorlogen overleefde en op de Unesco-werelderfgoedlijst is geplaatst; een waarlijk spirituele plek. Onze dag eindigt met een transfer via de machtige Rugova Gorge, Kosovo's outdoor-bestemming nummer 1, naar het afgelegen dorp Reka e Allages. Dit ligt op dertienhonderd meter hoogte en biedt een mooi uitzicht over de vallei. Onze gastheren ontvangen ons met een warm welkom en lokale specialiteiten in hun gerestaureerde huis.
Dag 7
Via verborgen paadjes door bossen die rijk zijn aan paddenstoelen en bosbessen, wandelen we naar de voet van Mt. Hajla (1800 meter). Wie wil, kan de steile piek beklimmen. Zodra de bergkam is bereikt die de grens vormt met Montenegro, genieten we vanaf de driehonderd meter hoge klif van een prachtig uitzicht op Montenegro. Er is een goede kans om vele zeldzame planten zoals edelweiss en de endemische Albanese lelie langs het pad te vinden. Via een andere route, waarbij we deels moeten struinen en over steile grashellingen afdalen, keren we terug naar de voet van de berg. Dan blijven we op grote hoogte en wandelen over een stille zandweg naar de hoogste van de dertien dorpen van Rugova. We eindigen bij een pension in het schilderachtige dorpje Drelaj. Onze gastheer schreef een boek over zijn ervaringen tijdens het conflict in Kosovo. De familie houdt haar eigen dieren en is een van de weinige die het hele jaar door in de bergen blijft wonen. Lengte 13 km (+ 3 km voor de optionele klim), 700 m stijgen en 900 m dalen (400 m extra voor de optionele klim), 4 uur (+2 uur voor de optionele klim).
Dag 8
Na een transfer van circa dertig minuten naar het gehuchtje Liqenat, stijgen we door een idyllisch dennenbos naar twee groenblauwe gletsjermeren (1850 meter). Aan de oevers groeit een breed scala aan alpiene flora. Ons pad volgt een oude karavaanroute die Kosovo met Shkodra verbond. Op de Jelenka-pas (2272 meter) bereiken we het hoogste punt. Van hier af voert het pad door rotsachtig terrein. Onder ons is de herdersnederzetting Roshkodol zichtbaar en rondom ons zien we vele toppen van boven de 2500 meter. We volgen de rug van een bergkam naar de Ravno Brdo-pas (2178 meter) over een vlakke route die steeds een prachtig uitzicht biedt. Vanaf de pas is het uitzicht op de ruige toppen voor ons en de groene vallei van Babino Polje zo mogelijk nog mooier. We steken de grens met Montenegro over en dalen af naar een klein dorpje. Vanuit het dorpje brengt een busje ons naar Plav (14 km, 40 minuten). Het vakantiecomplex waar we verblijven ligt dicht bij het Meer van Plav (900 meter). Lengte wandeling 15 km, 1000 m stijgen en 900 m dalen, 7,5 uur wandelen.
Dag 9
Vandaag kun je een heerlijk dagje doorbrengen aan de oever van het Meer van Plav. In het centrum van Plav is een oude torenwoning te bezichtigen, die als museum is ingericht.
Dag 10
In een vier-wieltruck rijden we naar het dorp Vusanje en bezoeken we de Grlja-waterval of de karstbron die het ‘Oog van de Skakavica’ wordt genoemd. Een ijskoud bergbeekje komt hier in een pupil-vormige bron aan de oppervlakte. De door bergen omgeven Ropojana-vallei leidt ons naar een opgedroogd meer, waar we naar Albanië oversteken. Een verweerde grenssteen is de enige herinnering aan de eens gesloten grens. Verschillende gebouwtjes, sommige hutten en andere verlaten militaire posten staan langs het schilderachtige pad dat ons dwars door het hart van de Albanese Alpen voert. Dit zijn de ‘Vervloekte Bergen’… . De puntige Mt. Arapi (2217 meter) is van verre zichtbaar. Nadat we de Peja-pas (1711 meter) bereikt hebben, dalen we over een steile maar goed begaanbare oude handelsweg af tot in het dorp Theth. Lengte 11 km, 400 m stijgen en 900 m dalen. Duur 6 uur
Dag 11
Vandaag doen we het rustig aan zodat we volop kunnen genieten van de landschappelijke schoonheid en de fascinerende cultuur en tradities van de Theth-vallei. Dit is de vallei die Aart den Doolaard inspireerde tot het schrijven van zijn boek Herberg met het Hoefijzer. We nemen een kijkje bij de Moeder Theresa-kerk, de Bloedwraaktoren en de waterval van Thethi. Onderweg is er een barretje in een wei, waar we de dorst kunnen lessen. Na de karakteristieke woontoren van Thethi, de ‘kanun’, en de restanten van de neolithische woonburcht, vernauwt de valleibodem zich tot een smalle kloof. We wandelen langs terrasjes, akkers en eeuwen oude stenen muurtjes. In deze vallei werd al ver voor de jaartelling landbouw bedreven. Ook zien we langs het pad oude watermolens. Als we Nderlysa naderen, verwijdt de vallei zich weer. Wandelduur 3,5 uur, 7 km, 100 m stijgen en 350 m dalen. 's Middags maken we nog een wandeling (2 uur) door een kloof naar de prachtig gekleurde karstbron 'Blue Eye'. De dappersten kunnen een duik nemen in het ijskoude water, terwijl vlinders om ons heen fladderen - echt een verborgen oase.
In Nderlysa wacht een heerlijke lunch op de boerderij waar we overnachten. Onze gastheren verbouwen de meeste groenten zelf en houden allerlei soorten huisdieren. De forel is gevangen in de nabijgelegen rivier. De middag kun je doorbrengen door te zwemmen in de verfrissende bergbeek, te ontspannen in de tuin onder de fruitbomen, of te helpen met de voorbereidingen voor het diner. Na een heerlijke feestmaal van biologische ingrediënten genieten we van onze laatste nacht in de bergen.
Dag 12
Na het ontbijt nemen we afscheid van de Albanese Alpen en worden we over een spectaculaire pas naar Shkodër gebracht ( rit ca 3 uur), waar we overstappen in een bus of busjes voor de laatste anderhalf uur die ons van Tirana scheiden (94 km /90 minuten). Onderweg lunchen we in een klein restaurantje. Vroeg in de middag arriveren we in Tirana. De drukte van Tirana, met zijn leuke cafés, restaurants en terrasjes, staat in scherp contrast met de stilte van de ‘Vervloekte Bergen’. In Tirana verblijf je in een klein hotel in het centrum van de stad. 's Middags is het zeker de moeite waard om een van de musea van de Albanese hoofdstad te bezoeken. Ook kun je de wijk ‘Blloku’ verkennen, waar ooit de elite van het Politburo woonde, en die nu getransformeerd wordt tot een chique uitgaans- en winkelwijk. Tijdens ons laatste diner in deze bruisende stad halen we herinneringen op aan de afgelopen dagen en vieren een succesvolle en onvergetelijke reis over de Peaks of the Balkan Trail!
Dag 13
In de loop van de middag worden we in circa twintig minuten naar het vliegveld van Tirana gebracht voor de terugvlucht naar Nederland.
NB Programma
Let op: de vermelde wandeltijden zijn exclusief rustpauzes. De uitvoering van bovenstaand programma is afhankelijk van plaatselijke (weers)omstandigheden. Een eventuele programmawijziging gebeurt zoveel mogelijk in overleg, maar is uiteindelijk te allen tijde ter beoordeling van de reisleider. Het kan voorkomen dat een uitgebreide reisbeschrijving tijdens het seizoen moet worden veranderd. Onvoorziene omstandigheden dwingen ons soms om een programma tijdens het seizoen aan te passen. Wij controleren onze programma’s en uitgebreide reisbeschrijvingen immers voortdurend. Als deze aanpassingen ingrijpende consequenties hebben voor het verloop van de reis, word je daarvan tijdig op de hoogte gebracht.
Gemarkeerd op de kaart zie je de plaats(en) waar je tijdens deze wandelvakantie verblijft. Deze markeringen zijn een indicatie en geven meestal een plaats aan en soms de daadwerkelijke accommodatie.