Groepswandelreis Kaukasus, Georgië 15 dagen

Dag 1

Vucht van Amsterdam naar Tbilisi, waar we in de namiddag aankomen. Aansluitend transfer naar het hotel in de stad. 

Dag 2

Na een rustig ontbijt leidt onze Georgische gids ons door het mooie historische centrum van Tbilisi. Het centrum bestaat uit een oud en een nieuw (negentiende- en twintigste-eeuws) deel, en biedt een grote verscheidenheid aan bezienswaardigheden, waarvan enkele zeer oude. Het centrum is niet groot, dus alles ligt op loopafstand. We beginnen bij de dertiende-eeuwse Metekhi-kerk, die op een klif boven de Mtkvari-river ligt: een van de fraaiste stadsbeelden. Dan wandelen we via de zeventiende-eeuwse Turkse sulfur-baden naar het Perzische Narikala-fort uit de vierde eeuw, een imposante burcht die de stad en de nauwe rivierengte domineert. Van daaruit wandelen we door het oudste deel van de stad, via de synagoge en de oeroude kleine Sioni-kathedraal en de Anchiskhati-kerk (beide zesde-zevende-eeuws). Na de lunch bezoeken we de indrukwekkende archeologische collectie van het Georgische Staatsmuseum. We bevinden ons nu in het nieuwere deel van het centrum, waar de statige Rustaveli Avenue sterk aan Parijs doet denken. Een wandeling door deze levendige en fascinerende metropool maakt duidelijk hoezeer deze stad op een kruispunt van culturen ligt, half Europees, half Aziatisch. ’s Avonds dineren we in een traditioneel Georgisch restaurant.

Dag 3

We verlaten Tbilisi; een lange reis langs de vermaarde Georgian Military Highway wacht ons. In het begin van de negentiende eeuw is deze weg door de Russen met grote moeite aangelegd. Het is de enige verbindingsroute tussen Georgië en Rusland, die dwars over de bergen voert. Het strategische belang van de route was (en is) groot. En ook in een verder verleden was deze veel oudere handelsroute van groot belang. Vandaar dat de weg diverse forten en verstevigde kloosters met elkaar verbindt. De weg is goed we steken onder andere de 2379 meter hoge Dzhvaris-pass (de 'Kruispas') over. Onderweg stoppen we ook even bij een door de Sovjets aangelegd uitzichtpunt. Een opzichtige mozaïekwand markeert het fraaie uitzichtpunt op de Gudaur-kloof en de markante gestreepte Gud-Guraberg. 
Maar, voordat we daar zijn, bezoeken we eerst twee van de belangrijkste culturele plekken van het land. Eerst bezoeken we het kleine Jvari-klooster (zesde eeuw), prachtig op een heuveltop gelegen boven de samenvloeiing van de Aragvi- en de Mtkvari-rivier. Beneden ons ligt de stad Mtskheta, waar de belangrijkste kerk van het land ligt: de elfde-eeuwse Svetitskhoveli-kathedraal. De stad en haar kerken behoren tot het Unesco-werelderfgoed. Dan gaan we naar de fotogenieke ommuurde kerk Ananuri (zeventiende eeuw). Het had weinig gescheeld of het water van de door de Sovjets aangelegde stuwdam had de kerk verzwolgen, maar een voor de Sovjet-Unie ongekend openlijk protest keerde het gevaar. Nadat we de Kruispas zijn overgestoken bevinden we ons in de afgelegen, wijde vallei van Kazbeg, een ruig berglandschap, midden in het hart van de Kaukasus.

Dag 4

Na een rit van circa één uur door de afgelegen en spectaculaire Sno-vallei, bereiken we het bergdorpje Juta, dat op 2165 meter hoogte ligt. In de vallei leeft nog een grote populatie wolven. De inwoners van dit dorp, die tot de Khevsur behoren, hebben weinig van hun oorspronkelijke cultuur en gewoontes verloren. Zelfs op de steilste berghellingen rond het dorp wordt gehooid en op de akkertjes rond het dorp worden aardappelen verbouwd. De kachel wordt in de winter met gedroogde mest gestookt. Boven het dorp maken we een schitterende wandeling door de bloemenrijke bergweiden naar de voet van de scherpe, besneeuwde pieken van Mt. Chaukhebi (3852 meter). Hier ligt een klein bergmeertje onderaan de indrukwekkende morenes die hier door gletsjers zijn achtergelaten. Onderweg kunnen we pauze houden in een kleine berghut (wandeling: 4 uur, 450 m stijgen en dalen). Via hetzelfde pad keren we terug naar Juta, en rijden via de smalle bergweg weer naar Kazbegi.

Dag 5

Het op 1800 meter hoogte gelegen bergdorp Kazbegi/Stepantsminda is het enige Georgische dorp dat zich aan de noordzijde van de waterscheiding van de Kaukasus bevindt. Het dorp ligt nietig verscholen onder grimmige wanden van de vierduizend meter hoge pieken. De omgeving is rijk aan roofvogels (waaronder steenarend en slechtvalk) en gierensoorten. Alle Europese gierensoorten komen hier voor. Hoog boven het dorp ligt de Gergeti Trinity-kerk, op een top van 2170 meter. Het silhouet van dit kerkje steekt scherp af tegen de besneeuwde, massieve top van Mt. Kazbek (5047 meter). Hier worden we ’s ochtends naartoe gebracht. Vanaf het kerkje heb je een schitterend uitzicht op de vallei van Kazbegi en de omringende bergen. De top van de lang gedoofde vulkaan Mt. Kazbek lijkt gevaarlijk dichtbij. We maken een wandeling door een vallei, door een geleidelijk steniger wordend berglandschap, tot we een pasje met een kleine shrine bereiken. Daar hebben we bij helder weer een adembenemend uitzicht op Mt. Kazbek  en de indrukwekkende Gergeti-gletsjer. We zijn hier op bijna drieduizend meter hoogte. Via hetzelfde pad dalen we af naar de Gergeti-kerk en vervolgens via een steil dalend pad verder, tot we weer in het dorp Kazbegi/Stepantsminda zijn. Lengte wandeling: 11,5 km, 750 m stijgen en 1200 m dalen, wandelduur 6 uur.

Dag 6

De bergwereld rond Kazbegi is een paradijs voor wandelaars. Vandaag maken we een wandeling door de brede en nog maar amper bewoonde vallei van Truso. We worden afgezet bij het kleine gehuchtje Almasani en klimmen eerst geleidelijk over een slingerende zandweg tegen de flank van de vallei. We hebben steeds een prachtig uitzicht over de vallei en de besneeuwde toppen en gletsjers van het Mt. Kazbek-massief. Als het pad vlakker wordt, krijgen we uitzicht op de bodem van de diepe Truso-kloof. Dan opent het panorama zich weer en dalen we af naar de bodem van de brede, door een gletsjer uitgesleten vallei. Onderin passeren we travertijn-bronnen en een bron waar het koolzuur opborrelt. IJzerhoudende bronnetjes kleuren het water rood. Vervolgens wandelen we langs de brede oever van de Tergi-rivier naar een oude wachttoren en het verlaten dorpje Keterisi. Hier wachten terreinwagens ons op om ons door de vallei terug naar de verharde weg te brengen, waar de bus wacht. Via de Kruispas bereiken we het skidorpje Gudauri, waar we in een wintersporthotel overnachten. Wandelduur 5,5 uur, 12 km, 375 m stijgen en 250 m dalen.

Dag 7

Via de Georgian Military Highway verlaten we de bergen en rijden naar de stad Gori, geboorteplaats van Stalin. Op het plein van de stad stond tot 2010 zijn standbeeld, het enige ter wereld dat nog lang overeind stond. In het stadje is een museum dat aan het leven van Stalin is gewijd is. Je vindt er ook zijn geboortehuis. Als daar nog tijd voor is, rijden we 's middags naar de Uplistsikhe-grotnederzetting, die circa drieduizend jaar geleden al bewoond was. De grotwoningen en kerken bevinden zich in de zachte zandstenen helling van de Mtkvari-vallei. In de vijfde eeuw werd het een handelscentrum aan de Zijderoute en later werd het door monniken bewoond, tot de Mongolen het complex in de dertiende eeuw verwoestten. Aardbevingen hebben het complex grotendeels verwoest, maar het spreekt toch nog steeds tot de verbeelding. In de namiddag rijden we verder naar het westen, naar de provincie Imereti, het Land van het Gulden Vlies. Tegen de avond bereiken we Kutaisi, een stad die onder de Sovjets tot de tweede stad van het land uitgroeide.

Dag 8

In de ochtend bezoeken we eerst het Gelati-klooster, in de heuvels buiten de stad. Dit klooster is in de Gouden twaalfde eeuw gesticht door koning David ‘de Bouwer’. Het mooi gelegen complex en in het bijzonder de unieke fresco’s en Byzantijnse mozaïeken (twaalfde-eeuws, bestaande uit 2.500.000 steentjes!) staan op de Unesco-werelderfgoedlijst. Dan is het tijd om ons op te maken voor een lange rit. Via de steden Samtredia en Senaki bereiken we de broeierige stad Zugdidi. Hier beginnen we aan de drie uur durende rit door de immense Inguri-vallei, naar het hart van de afgelegen en nog zeer authentieke bergprovincie Svaneti. Het landschap is indrukwekkend. Naarmate de rit vordert, worden de bergen hoger en de nauwe, dicht beboste vallei wijder. Het bovenste gedeelte van de vallei, waar we in het kleine, groene dorpje Becho te gast zijn, is nooit door vreemde heersers bezet. Daarom is het land van de Svan nog rijk aan tradities en staan trots en gastvrijheid nog zeer hoog in het vaandel.

Dag 9

Achter het dorpje Becho piekt de imposante dubbeltop van de Mt. Usba (4700 meter) naar de hemel: een van de mooiste en markantste bergen van de hele Kaukasus. Over een hobbelige zandweg rijden we een stukje naar de voet van de berg. We maken een adembenemende wandeling die ons langs een wild stromende rivier en door een open bos met een rijke ondergroei voert. Ons doel is de waterval die we al een tijdje voor ons zien liggen. Al klimmend hebben we een schitterend uitzicht over de Becho-vallei en het immense massief van de Lajla Lekheli-bergen in het zuiden. Via dezelfde route keren we naar de auto’s terug en rijden terug naar het hoofddal van Svaneti. Na een uur bereiken we uiteindelijk de ‘hoofdstad’ Mestia. Daar kunnen we het etnografische museum bezoeken, dat een rijke kunstcollectie heeft. Tijdens de Mongoolse invallen werden de belangrijkste Georgische kerkschatten in deze afgelegen dorpen verborgen. Een deel ervan heeft Svaneti sindsdien nooit meer verlaten. Wandelduur 5 uur, maximaal 800 m stijgen en dalen.

Dag 10

Mestia bezit, net als de meeste dorpen in Boven-Svaneti, diverse karakteristieke wachttorens die nog steeds privé-bezit zijn. Ondanks hun ouderdom (800-1200 jaar) verkeren ze in opvallend goede staat. Een typisch Svanetisch bergdorp bestaat uit een cluster van leistenen huizen, gesitueerd rondom een twaalfde-eeuwse wachttoren, die meestal nog steeds in handen is van dezelfde familie. De meeste zijn 28 meter hoog (mogelijk gebouwd volgens een formule waarbij de hoogte gelijk is aan de som van de vier zijden). De constructie van de torens is in elk geval ijzersterk, want de meeste torens hebben de tand des tijds èn vele aardbevingen doorstaan. Het berglandschap, de dorpen en de twaalfde-eeuwse wachttorens van de Svaneti-vallei worden sinds enkele jaren beschermd als Unesco-werelderfgoed. ’s Middags maken we een rustige wandeling van het  dorpje Lakhiri, met een grote concentratie wachttorens, naar de bergkam Kackar. Van daar dalen we af naar Mestia door een mooi bos en langs akkers en hooilanden. Wandelduur 4 uur, 500 m stijgen en 550 m dalen.

Dag 11

Een twee uur durende rit met 4x4-terreinwagens over een hobbelige zandweg, voert ons over een beboste pas en door een stille vallei naar het hoogstgelegen permanent bewoonde dorp van het land: Ushguli. Nadat we onze intrek hebben genomen in een gasthuis, maken we een rustige wandeling door het dorp, dat samen met de gehele omringende vallei op de Unesco-werelderfgoedlijst staat. Het dorp, dat zoals de meeste Svan-dorpen uit meerdere clusters van leistenen huizen bestaat, kent een grote concentratie wachttorens. We klimmen door naar de beboste bergtop waarop de Toren van Koningin Tamar prijkt, met een werkelijk adembenemend uitzicht op de hoogste berg van Georgië, de Mt. Skhara (5068 meter). Wandelduur maximaal 2,5 uur, maximaal 300 meter stijgen en dalen.

Dag 12

Vandaag wandelen we naar Guro Mountain, die we via een steil pad beklimmen. Wanneer we de top bereiken, wacht ons een geweldig uitzicht van 360 graden. Van bovenaf kijken we neer op Ushguli en de omliggende bergen. Vanaf hier is er een opmerkelijk uitzicht op de hoogste top van Shkhara (5.201 m.), de op een na hoogste piek Jangha (5.059 nm.) en Tetnuldi (4.800 m.) Via hetzelfde pad keren we terug naar Ushguli. Afstand: 9 km; 850 m stijgen en dalen, 5 uur wandelen. 

Dag 13

Vandaag wandelen we naar de Gorvashi Pass, een van de inspannender wandelingen van deze reis, maar ook een tocht die ons spectaculaire uitzichten oplevert! We klimmen naar de torens van Koningin Tamar, waar de mysterieuze koningin volgens de legende haar zomers doorbracht. We nemen een volgen een smal pad over de bergkam Gorvashi. Bij helder weer hebben we hier uitzicht over zowel het hoge deel als de lagere vallei van Svaneti, evenals de volgende toppen van de Kaukasus: Ushba (4.700 m), Tetnuldi (4.800 m), Shkhara (5.201 m), Jangha (5.059 m). Via dezelfde route dalen we weer af naar Ushguli. Lengte 9 km, 750m stijgen en daln, wandelduur 6,5 uur.  Na de wandeling rijden we in 4x4 terreinwagens via een hobbelige weg over de Zagaropas naar Lhenteki, een rit van ruim 2,5 uur over een prachtige bergweg.

Dag 14

In de ochtend rijden we in circa 2,5 uur naar de stad Kutaisi, waar we een stop houden bij de resten van de elfde-eeuwse Bagrati-kathedraal, die op een heuvel boven de stad prijken. In 1692 ontdeden de Turken de prachtige kerk van haar dak, waarna de kerk in rap tempo verviel. Daarna rijden we in circa 3,5 uur naar Tbilisi terug. ‘s Avonds sluiten we de reis af met een feestelijk maal in een traditioneel restaurant.

Dag 15

In de nacht worden we naar het vliegveld van Tbilisi gebracht, vanwaar we naar Nederland terug vliegen.

NB Programma

Let op: de vermelde wandeltijden zijn exclusief rustpauzes. De uitvoering van bovenstaand programma is afhankelijk van plaatselijke (weers)omstandigheden. Een eventuele programmawijziging gebeurt zoveel mogelijk in overleg, maar is uiteindelijk te allen tijde ter beoordeling van de reisleider. Het kan voorkomen dat een uitgebreide reisbeschrijving tijdens het seizoen moet worden veranderd. Onvoorziene omstandigheden dwingen ons soms om een programma tijdens het seizoen aan te passen. Wij controleren onze programma’s en uitgebreide reisbeschrijvingen immers voortdurend. Als deze aanpassingen ingrijpende consequenties hebben voor het verloop van de reis, word je daarvan tijdig op de hoogte gebracht.